Paul van Vliet
Schrijver, zanger, speler, ondernemer, ambassadeur van Unicef, stichter van Theater PePijn. Geen wonder dat Jacques d’Ancona hem de veelzijdigste van alle Nederlandse cabaretiers heeft genoemd.
Natuurlijk heeft Paul van Vliet (10 september 1935) zijn grootste populariteit te danken aan de uitbundige komische types die hij in de loop van de tijd heeft neergezet. Vele daarvan zijn nationale figuren geworden, die als monumenten zijn bijgezet in de eregalerij van grote Nederlandse cabaretcreaties.
Daarnaast is zijn rijke carrière gebouwd op een tweede pijler: zijn liedjes. Die laten een andere Paul van Vliet zien: gevoelig, menselijk, herkenbaar, waardoor een groot publiek van hem is gaan houden.
Paul van Vliet Award
In september 2013 is de Paul van Vliet Award door Unicef in het leven geroepen en voor de eerste keer uitgereikt. Dit ter ere van het feit dat Paul 20 jaar Ambassadeur van Unicef is.
Groenman taalprijs
In november 2013 ontving Paul van Vliet de Groenman-taalprijs.
Jury rapport:
Paul van Vliet krijgt de Groenman-taalprijs omdat hij alle lagen van onze taal aanboort en dat doet met een uitgebalanceerde combinatie van humor, weemoed en lichte spot.
En dat al meer dan vijftig jaar.
En: er is nog zoveel niet gezegd.
Hagenaar van het jaar
In december 2013 is Paul van Vliet door het AD uitgeroepen tot Hagenaar van het Jaar 2013.
Een uitgebreide biografie van Paul vind je hier.
Laatse wens
Ik ben niet bang
Om dood te gaan
Ik ben alleen maar bang
Voor de manier waarop
Ja goed het is nog niet zover
En als je ‘t niet wilt
Daarover praten
Dat ik liever stop
Dan hou ik er meteen weer over op.
Maar toch, je weet het nooit
Het is natuurlijk onzin
Maar je denkt wel es van ‘als’
En ‘hoe’ en ‘wat’
En het is ook daarom dat…
Nee alles werkt nog goed
En functioneert nog
Zoals het moet maar toch…
Ja kijk, ik ben zo bang
Dat als het zover is
Dat er dan mensen
Gaan beslissen over mij
Mijn lichaam en mijn leven
En mijn dood
Omdat ze vinden dat ikzelf
Dat niet meer kan
En…dat zíj dat dan…
Dus daarom zeg ik het
Je toch maar liever nu
Voor het geval dat
Als ik dan…
Wou ik je vragen of
Jij…als het kan
Ervoor wil zorgen
Dat ik niet in zo’n ziekenhuis
Maar bij ons thuis
En in mijn eigen bed
Op de manier zoals ik wil…
Het laatste restje zelfrespect
Dat je een mens moet laten
Is toch, dat hij zelf mag zeggen
Hoe hij wil dat hij vertrekt.
Jij kent mijn lichaam beter
Dan zo’n dokter of zo’n
Zuster met een thermometer
En hoe het met mij gaat
Hoef jij niet af te lezen
Van zo’n apparaat
Jij hoeft mijn hartslag
Niet te meten
Jij zal na al die jaren
Beter weten
Hoe het daarmee staat…
Jij hebt het kloppen
Van mijn bloed
In jou gevoeld…, ja toch?
Jij kent mijn adem en mijn angsten en mijn zweet
Jij kent toch ieder plekje van mijn huid
En als iemand weet
Wat ik daaronder voel
Ben jij dat toch…?
Dus, als het zover is
Laat mij dan thuis
Dat jij niet op bezóek komt
Maar d’r bént
Gewoon zoals altijd
Mijn eigen bed, mijn eigen huis
Vertrouwd, bekend
Ja, God
Ik zit maar wat te zeuren
En het is nog niet zover
Maar goed
Dan weet je ‘t vast
Voor straks
Mijn laatste wens:
Mijn eigen huis
Mijn eigen bed
En jouw intensive care.